2005 – Ans Verhaar

 

Ans Verhaar, zakenvrouw zonder kapsones

De broche op de linkerrevers van het colbertje doet denken aan een zwaard. „Vind je? Het is de speld die ik heb gekregen bij de uitverkiezing van Netwerkster van het Jaar 2005. Ik heb hem vandaag speciaal opgedaan.”Ans Verhaar-Kok blikt op het langwerpige kleinood. „Ik vind hem gewoon mooi. Een zwaard dus. Leuk, want dan zou het met-een een link kunnen vormen met het werk dat ik doe.” De 51-jarige streekgenote is jurist. „Vrouwe Justitia wordt immers afgebeeld met zwaard en weegschaal.” We ontmoeten elkaar op haar werkplek, het kantoor van Berntsen Mulder Advocaten aan het Burgemeester Visserpark in Alphen. Ans maakt deel uit van de maatschap, waarbij in het bijzonder personeelszaken haar zorg is. Als advocaat heeft zij zich gespecialiseerd in letselschade en personen- en familierecht. Daarnaast heeft ze geregeld te maken met faillissementen, als curator. Uw aandacht vandaag voor deze ‘zakenvrouw zonder kapsones’, 51 jaar, getrouwd, moeder van twee kinderen. In haar woon-plaats Rijnsaterwoude geniet Ans nog steeds bekendheid als gevolg van haar vroegere taak als beheerster van het toenmalige Nutsgebouw.

Laatbloeier

Het roodgevlamde halflange haar meandert langs gezicht en hals. De gedachte aan Ierland dringt zich op, eveneens gevoed door de stevigheid die ze uitstraalt. Ans Verhaar is toch echt een Hol-landse, verknocht aan het polderland waar ze opgroeide. Een charmante persoonlijkheid, regelneef pur sang, graag orde scheppend in chaos, zoals met de stapels paperassen op haar Alphense bureau. „Ik moet al dat werk gewoon in mijn buurt hebben. Hoe meer mappen, des te actiever ben ik. Een lege plek? Dan raakt mijn hoofd ook leeg. Waar een ander wellicht in paniek raakt door de ‘puinhoop’, komt bij mij de inspiratie.” Qua studie is Ans een laatbloeier, maar wel een fanatieke. Het is december 1987 als zij haar bul haalt in het civielrecht aan de Universiteit van Leiden, de studie afrondend met een scriptie over arbeidsrecht, toegespitst op ontslagsituaties. Het thuisfront is trots op `moeder/meester’. „Ik had toen nog wat studietijd over”, aldus de juriste. „Er was voor een heel jaar collegegeld betaald! Nou, toen ben ik daarna nog een stel colleges gaan volgen. Zomaar, voor de lol. Lucht- en ruimterecht en internationaal bedrijfsmanagement. Allebei reuze interessant.” Het tekent de ijver van de ondernemende streekgenote, die naast de zorg voor huishouding en gezin altijd de behoefte heeft gehad over het tuinhek heen te kijken. Indertijd had ze haar werk buitenshuis ‘opgegeven’, aan de arm van Harry Verhaar, bij het naderend moederschap. Ze vertelt na afloop van het atheneum en daarna ‘een half jaartje Engeland vanwege de taal’ een leuke baan te hebben gekregen op het KLM-kantoor in Amstelveen, bij de afdeling vliegend-personeelszaken. „Mijn baas was jurist. Ik maakte toen voor het eerst kennis met het arbeidsrecht. Het had meteen mijn interesse, vooral vanwege het contact met mensen.” Zoek je bij Berntsen en Mulder telefonisch contact met haar, meldt zich ‘mevrouw Verhaar’ aan de telefoon. Thuis, in Rijnsaterwoude, reageert dezelfde persoon met het meer vertrouwde ‘Ans ‘. Ze lacht even bij die opmerking „Klopt. Ik ben in het dorp nog gewoon Ans.

Nutsgebouw

Ze kennen me vooral door mijn werk als beheerster van het Nutsgebouw. Dat heb ik zo’n 15 jaar lang gedaan, er met veel plezier.” Het is 1974, als Ans enthousiast begint met deze maatschappelijke functie, waarbij ze voornamelijk in de avonduren actief moet zijn. Ze vertelt mede daardoor een en ander indertijd prima te hebben kunnen regelen met de situatie thuis, geruggensteund door echtgenoot Harry, zelf werkzaam in de bloemenhandel. Ans: „Op gegeven moment hield het op. Dat had te maken met de ontwikkeling binnen de organisatie van de Nutsspaarbank, later Bondsspaarbank. De Nutsgebouwen werden allengs opgeheven. Men zag daarin steeds meer de taak van de overheid, die dan ook overging tot de oprichting van dorpshuizen en wijkcentra.” Ze merkt op dat deze ontwikkeling zo’n beetje gelijke tred hield met haar eigen ontwikkeling.

Berntsen en Mulder

De behoefte aan intellectuele verdieping groeide gestaag. Toen de kinderen de leeftijd van de dagelijkse gang naar de lagere school hadden bereikt, besloot ze de voor haar vrijkomende tijd overdag te gaan inrichten met een studie. „Ik was 28 jaar, toen ik in Leiden aan Rechten begon. Moeilijk? Nee hoor. Er waren wel meer oudere studenten. Ik heb er verschillende vrienden aan overgehouden. Het was een leuke tijd.” In de zomer van 1988 gaat ze op zoek naar een geschikte baan. Ze vindt al gauw een plek naar haar gading, bij de toenmalige maatschap Goedkoop en Berntsen Advocaten in Alphen. „Ik ben daar begonnen als advocaat-stagiaire. Drie jaar lang werk je dan onder toezicht van een patroon. Die periode wordt afgerond met een zogeheten stageverklaring.” Ans Verhaar werd in januari 1992 als advocaat opgenomen in de maatschap, tegenwoordig onder de namen van Berntsen en Mulder. En waar blijft de toevoeging Verhaar? Ze reageert in alle rust, wars van enig competitiegevoel. „Ik hoor er toch echt bij. We hebben gekozen voor de combinatie van die twee namen, laat ik zeggen marketing-technisch gesproken. En zeg nou zelf: Het bekt toch prima?” Mijn gastvrouw spreekt met vuur over haar werk. Ze voelt zich duidelijk als een vis in het water. „Een prachtig vak”, roept ze enthousiast. „Het is alleen geen werk van negen tot vijf. Maar dat hindert absoluut niet.” Het enige nadeel voor de werklustige streekgenote is het feit, dat er weinig tijd overblijft voor ‘beweging’. Ans blijkt van jongsaf actief te zijn ge-weest met diverse sporten, zoals atletiek en schaatsen. „Ik heb Harry via de sport leren kennen. Ik heb nu alleen nog de zondagmorgen er voor vrij. Dan ga ik joggen met een vriendin. Heerlijk.”

Vrouwennetwerk Rijnstreek

En welke plaats neem het vrouwennetwerk in? Duidelijk is dat de maandelijkse ontmoetingen met vrouwen op belangrijke posities in het bedrijfsleven door haar als dierbaar worden ervaren. Er is meer. „Het is zakelijk interessant, zo’n netwerk, maar je steekt er ook persoonlijk iets van op.” Ze merkt op dat er tegenwoordig sprake is van een zekere kentering. „Vroeger hadden we vooral het gevoel op de barricades te moeten staan. Te moeten knokken voor promotiekansen van vrouwen, een soort positieve discriminatie.” Inmiddels rept ze van een volwassen status van het netwerk. „Je maakt gebruik van elkaars ervaring. Daar leer je van.”

Vrouwennetwerk Rijnstreek telt zo’n 45 leden; vrouwen uit Alphen aan den Rijn en wijde omtrek, op de arbeidsmarkt actief in diverse geledingen, juriste Ans Verhaar vervulde met het secretariaat jarenlang een spilfunctie. Tegenwoordig is ze ‘gewoon lid’. Haar inzet is onlangs bekroond met de uitverkiezing tot ‘Netwerkster van het jaar’. Zelf ervaart ze haar deelneming aan het netwerk (sinds 1996) als een waardevolle aanvulling op de persoonlijke ervaringen in het bedrijfsleven. Ze is niettemin vereerd met de  onderscheiding. Wat moeten we ons voorstellen van zo’n netwerk: een vriendinnenclub, een gezellig onderonsje? Op die toer blijkt het dus absoluut niet te gaan. “En om misverstanden voor te zijn. “Wij zijn geen serviceclub”.